Posts tagged 'wijnrek'
OKWineBar in Wroclaw
OKWineBar in Wroclaw (Breslau)
Onlangs opende OKWineBar in Wroclaw (Breslau) in Polen haar deuren. Men serveert er heerlijke internationale gerechten. De atmosfeer is modern en fris en bovendien erg gezellig. De uitstekende en vriendelijke service maakt het eten er tot een feest. Het onderscheidt zich op vrijwel alle vlakken van andere restaurants.
Het meest opvallend zijn de erg goede wijnen. Er staan honderden verschillende wijnen van over de hele wereld op de kaart die alle ook in presentatieruimte te zien en te kopen zijn. Ook de Poolse wijnen (wit ,rosé en rood) zijn verrassend goed. Het zijn geen doorsnee-wijntjes zoals op de meeste plaatsen verkrijgbaar zijn, maar mooie karakteristieke vertegenwoordigers van de gebieden waar ze gemaakt zijn.
De eigenaresse heef gekozen voor het wijnopslagsysteem Kabinett van Domus Naturalis omdat de vierkante rekken in alle combinaties te stapelen zijn en zowel geschikt zijn voor presentatie als voor opslag van de flessen. Ook werden met gemak drie wijnkoelkasten ingebouwd zoals op de foto’s te zien is. Gekozen is voor een witte kleur omdat die het beste aansloot bij de rest van het prachtige interieur. Wijnrekken Kabinett zijn in 25 modellen leverbaar en daardoor uitermate geschikt om de wijnwand geheel naar de wensen van de klant aan te passen.
u in de gelegenheid zijn de prachtige stad met haar barokke kerken en universiteitsgebouw te bezoeken, ga dan gerust een hapje eten en een glaasje drinken in dit prachtige restaurant!
Wie is Robert M. Parker?
Wie is Robert M. Parker?
Geboren in 1947 in Baltimore in de staat Maryland groeide Robert McDowell Parker, Jr. uit tot de beroemde en invloedrijke wijnjournalist die hij nu is. Sommigen zien hem zelfs als de meest invloedrijke in onze tijd.
Zijn carrière kende een opvallende wending: na zijn studie geschiedenis en rechten was hij tot 1984 advocaat, waarna hij zich volledig toelegde op wijn.
Parker begon in 1978 met het schijven van recensies over wijnen hetgeen toentertijd vrijwel alleen werd gedaan door mensen met belangen in de industrie. Parker had geen commercieel belang. Hij schreef in zijn blad The Wine Advocate.
Parker werd in de sector bekend toen hij de Bordeaux jaargang 1982 de waardering "superb" gaf; terwijl veel andere wijnschrijvers een minder positieve waardering aan dat jaargang gaven. Door zijn opvallende stellingname had The Wine Advocate in 2012 wel 50.000 abonnees, waarvan het merendeel uit de Verenigde Staten.
In genoemd jaar maakte hij bekend een flink deel van zijn onderneming te verkopen aan enkele investeerders uit Singapore. Tevens stopte hij met zijn baan als hoofdredacteur.
(Bron: Wikipedia - NL)
Hoe wordt rode wijn gemaakt?
Hoe wordt rode wijn gemaakt?
Rode wijn wordt gemaakt door rijpe, gezonde druiven te oogsten, in een speciaal apparaat te kneuzen en dan te laten gisten en weken met schillen en pitten.
Na het kneuzen worden de druiven eerst machinaal ontsteeld, want in de steeltjes zit heel veel tannine (looizuur), dat wijn wrang maakt. Als de druiven van een uitzonderlijk goed jaar zijn en veel smaakstoffen en suikers hebben en het druivenras het kan hebben, dan worden soms wat steeltjes bij de wekende, gistende massa gedaan. Zo’n wijn kan langer bewaard worden.
Vanaf het moment dat de most (het druivensap) met de schillen en pitten gaat gisten, begint het leven van de wijn. De wijnmaker voegt meestal eigen gistcellen aan de most toe, omdat de natuurlijke gistcellen die op de druivenschillen zitten soms ‘wilde’ gistcellen bevatten. Zij kunnen het gistingsproces kunnen verstoren. Biologische en biodynamische wijnmakers proberen zoveel mogelijk met de eigen gistcellen van de druif te werken of met een soort gistcellen die eigen is aan de omgeving waar de druif groeit, voor een authentiekere smaak. De gisting start als de most zo’n veertien graden warm is; bij een graad of vijfendertig, gaan de gistcellen vanzelf dood. Bij rode wijn verloopt de gisting normaal gesproken in zes tot veertien dagen, omdat dan het maximale alcoholgehalte is bereikt. De gistcellen eten de suikers op en zetten deze met behulp van zuurstof om in alcohol, maar meer dan veertien tot vijftien procent kunnen gistcellen niet hebben, dan sterven ze af en zakken naar de bodem. Twee factoren bepalen dus het leven van de gistcel: de temperatuur en het alcoholgehalte. Wijn ontstaat door een balans tussen die elementen.
Voor een goede extractie van kleur en smaakstoffen is een temperatuur tussen de achtentwintig en drieëndertig graden nodig – op dat moment is de wijn-in-wording in een kritieke fase, want door warmte bijna aan het sterfteplafond van de gistcel. De wijnmaker blijft soms gedurende de nacht in de kelder om de temperatuur te controleren.
Vroeger werden de houten vaten wijn met koud water nat gespoten om de temperatuur te verlagen. Tegenwoordig gebeurt dat allemaal in vaten waarin kleine buisjes zitten geïmplanteerd, die koud water langs de binnenkant van het vat laten circuleren, geheel computer gestuurd. Toch zal geen serieuze wijnmaker rustig slapen als de rode wijn in de kritieke fase is.
Na de gisting blijft de wijn, afhankelijk van zijn kwaliteit en het druivenras, nog een tijdje weken op de lie, de massa schillen en pitten, (macereren). De vaste massa wordt regelmatig door de vloeistof heen geduwd om nog meer kleur te extraheren. Na maximaal drie weken is de rode wijn klaar, tenminste – dan is hij geboren. Om te bekomen van de ingrijpende chemische processen van de afgelopen weken mag de jonge wijn een beetje uitrusten. Voor wijnen die niet verder op houten barriques (vaten van 224 liter) rijpen, is dat een rustperiode van circa een half jaar op stalen vaten. Ze zijn dan natuurlijk ontdaan van hun schillen en pitten. De wijnen die houtrijping ondergaan, worden overgeheveld op de barriques of foeders (vaten van 600 tot 1200 liter). Daar brengen ze hun jeugd door, variërend van acht tot vierentwintig maanden. De barriquewijnen worden regelmatig overgestoken op schone vaten om restjes bezinksel te verwijderen en de wijn helder te maken – hiervoor ondergaan ze vlak voor het op fles brengen ook nog een extra klaring en/of filtering.
De meeste wijnen – tachtig tot negentig procent van de totale wereldproductie - worden gebotteld als ze ‘klaar’ zijn. Dit is op noordelijk halfrond in april of mei van het jaar na de oogst en op het zuidelijk halfrond een halfjaar eerder: ze zijn snel volwassen geworden en kunnen nog een paar jaar na hun geboortejaar goed gezelschap voor ons zijn. Het kleine percentage wijn dat in houten vaten heeft gerijpt, kunnen we dan al kopen of bestellen, maar moet in onze kelders of die van de importeur nog volwassen worden. Drinken we hem immers te vroeg, dan spartelt hij nog wel eens tegen, omdat hij nog niet ‘klaar’ is: zijn tannines, zuren, extractstoffen en alcohol zijn nog niet in balans. Drinken we hem echter te laat – wat helaas nog te vaak gebeurt – dan hebben we grote kans een overjarige wijn in het glas te krijgen, met bijbehorende kwaaltjes zoals verzuring, verlies aan souplesse en algehele verzwakking van het gestel.
(Bron: www.wijninfo.nl)
Hoe belangrijk zijn oogstjaren?
Hoe belangrijk zijn oogstjaren?
Hoe belangrijk is het oogstjaar van een wijn? Het antwoord is: enigszins. Oogstjaren doen er vandaag de dag eigenlijk maar in heel beperkte mate toe. Het hangt er een beetje van af wat je zoekt: drinkbaarheid of bewaarpotentieel. In 9 van de 10 gevallen zal dat het eerste zijn, en daar worden verreweg de meeste wijnen tegenwoordig op gemaakt.
Overal ter wereld, zowel in Europa als daarbuiten in de zogeheten Nieuwe Wereld, zijn er van jaar tot jaar verschillen in klimatologische omstandigheden. Feit is wel dat de grootste schommelingen zich voordoen in Europa. Hierbij moet overigens direct worden aangetekend dat Europa niet hetzelfde is als Bordeaux. Dat gebied haalt weliswaar jaarlijks de media, maar is daarom nog niet maatgevend voor de rest van Frankrijk, laat staan voor de rest van Europa of de wereld.
Het belang van oogstjaren voor de kwaliteit van wijn is de afgelopen decennia sterk afgenomen door de toegenomen technische kennis en vaardigheden van wijnproducenten. Zelfs in 'moeilijke' jaren kan tegenwoordig nog steeds een kwalitatief goede wijn gemaakt worden door strenge selectie in zowel de wijngaard als de kelder.
Bovendien zijn de technieken van wijn maken structureel veranderd. Gold vroeger het principe dat goede wijnen alleen die wijnen waren die zich pas na lange tijd ontwikkelden, tegenwoordig worden de meeste wijnen gemaakt op snelle drinkbaarheid. Dit wil overigens allerminst zeggen dat wijnen die snel drinkbaar zijn geen houdbaarheid zouden hebben.
Relatief 'lichte' jaren hebben het vaak voordeel dat de wijnen vroeger op dronk zijn en makkelijker inzetbaar bij gerechten dan wijnen uit zogenaamd 'grote' jaren. En een bewaarwijn is niet per se een toegankelijke drinkwijn.
(bron: www.wijn.nl)
Hoe wordt witte wijn gemaakt
Hoe wordt witte wijn gemaakt
Witte wijn ondergaat voor een deel dezelfde bewerkingen als rode wijn, in de eerste plaats natuurlijk de alcoholische gisting.
Het grote verschil met rode wijn zit hem in het feit dat er voornamelijk witte druivenrassen worden gebruikt en dat de rode rassen ook direct geperst worden, zodat de schil geen kleurstof kan afgeven. De gisting vindt plaats zonder schillen of pitten. Hoewel er geen of nauwelijks kleurstoffen in witte druiven zitten, worden ze toch direct bij de kneuzing en ontsteling geperst en gescheiden van het sap. Het sap komt hierna tot rust en wordt vaak voor een betere klaring van de most gekoeld tot zo’n vier graden. Dan slaan de microscopisch kleine organische deeltjes die na de persing zijn blijven zitten neer en wordt de most helder. Er is dan natuurlijk helemaal geen sprake meer van natuurlijke gistcellen en er worden dus bij witte wijn altijd gistcellen van buitenaf toegevoegd.
Na de alcoholische gisting hoeft de wijn niet te weken, want er is geen sprake van extractie uit schillen of pitten. Witte wijnen krijgen wel, net als rode, de tijd om tot zichzelf te komen van de turbulente gistingstijd. Wijnen die gemaakt worden om snel te drinken en gebaat zijn bij een frisse smaak, worden na de alcoholische gisting en de rusttijd op stalen vaten direct gebotteld. Wijnen met meer smaakvolume – vooral die afkomstig van de chardonnay-druif – ondergaan nog een melkzure of malolactische gisting. De scherp-frisse appelzuren worden dan bij een gecontroleerde temperatuur omgezet in zachtere melkzuren. Dit zijn ook meestal de wijnen die, in combinatie met deze gisting, op hout narijpen.
De meeste witte wijnen worden in februari/maart gebotteld, op het zuidelijk halfrond in augustus, nadat ze gerust hebben in stalen vaten op een temperatuur van rond de acht graden.
Een aantal van de bekendste druivenrassen, zoals chardonnay, sémillon en soms sauvignon blanc (vaak in de klassieke witte wijnen uit de Médoc en de Pessac-Léognan en Graves, in combinatie met sémillon), wordt smaakrijker door een opvoeding op hout, soms apart, meestal in een blend. Minder intensief dan rode wijn, want witte wijnen hebben een lichtere smaakstructuur door het ontbreken van tannines. Er zijn echter ook wijnen die helemaal geen houtrijping nodig hebben om een erg mooie geur en smaak te hebben, zoals die van de rassen riesling, chenin, pinot gris, melon (de druif voor Muscadet) en – vaak - sauvignon blanc. Deze wijnen worden daarom vaak alleen in stalen vaten bewaard; sommige, vooral rieslingwijnen, gaan vervolgens in foeders voor een rijping van soms wel twaalf tot achttien maanden. Een foeder geeft geen houtsmaak meer af, maar zorgt voor een uiterst subtiele ontwikkeling van de wijn door een heel langzame wisselwerking tussen wijn en zuurstof, die door microscopisch kleine scheurtjes of gaatjes in het hout binnendringt en inwerkt op de enorme hoeveelheid wijn. Deze wijnen zijn door hun eigen karakter minstens even complex van smaak als de op barriques gerijpte witte wijnen.
(Bron: www.wijninfo.nl)
Een vat, een ton of een fust
Een vat, een ton of een fust
Een ton is honderdduizend gulden. Een fust is voor bier een must. Een vat is een oude inhoudsmaat die overeenkomt met 931 liter.
Wie heeft het wijnvat uitgevonden; was dit een Kelt, een Galliër of een Griek? De geschiedenis heeft de Galliërs de eer gegund. Waar het bij een wijnvat om gaat is dat de wijn kan rusten en zichzelf kan ontwikkelen alvorens geflest te worden. De meeste vaten zijn gemaakt van eikenhout omdat dit zich het beste leent om wijn te laten rijpen waarbij de geur en inwerking van het hout de wijn een eigen karakter geeft.
Op hout gerijpte wijnen hebben een typische toon van vanille in de smaak.
Het gebruikte hout van de zomer en winter eik is tussen de honderdvijftig en tweehonderd jaar oud. Het hout wordt gekloofd en niet gezaagd om het goed dicht te laten. De stukken hout worden daarna in de openlucht gelegd. De inwerking van droogte regen zon en wind zorgen ervoor dat het hout uitloogt en zachter wordt. De inwerking van enzymen van een kleine zwam zorgt ervoor dat de bittere stoffen in het hout vervagen en uiteindelijk uit het hout zijn verdreven. Na al deze stappen is het hout gereed om tot duigen te worden verwerkt waarna er vaten van kunnen worden gemaakt.
Het buigen van de duigen gebeurt door verhitting boven een vuur waardoor het soepel wordt en gemakkelijker in de juiste vorm kan worden gedreven. Het vat wordt door stalen ringen (hoepels) in vorm gehouden en de beide zijden worden voorzien van een bodem. De mate van verschroeien van het hout wordt aangeduid als toast (diverse toasts zijn: light, medium etc.) en geeft hiermee ook een bepaalde geur-smaak nuance aan de wijn.
Inhoudsmaten van vaten:
Loiredal: |
piéce 220 liter. |
Mâconnais: |
piéce 215 liter. |
Rhônedal: |
piéce 225 liter. |
Zuid-Frankrijk: |
démi- muid tussen de 600 en 700 liter. |
Champagne: |
queue 216 liter; démi queue 108 liter. |
Loiredal: |
piéce 220 liter. |
Chablis: |
feuillette 132 liter. |
Beaujolais: |
piéce 216 liter; feuillette 108 liter; quartaut 54 liter. |
Elsaz: |
foudre 1000 liter; aume 114 liter. |
Bourgogne: |
piéce 228 liter; queue 456 liter; feuillette 114 liter; quartaut 57 liter. |
Bordeaux: |
piéce 225 liter, (24 kratten van 12 flessen); tonneau 900 liter; feuillette 112 liter, quartaut 56 liter. |
Italië: |
Romeinse amfoor standaardmaat 26,26 liter; Botte soms wel 18.000 liter |
Griekenland: |
Griekse amfoor standaardmaat 19,7 liter |
Algemeen: |
Barrique, Piéce of Okshoofd, een groot vat van tussen de 216 en 232 liter; een vat zo groot als de kop van een os. |
Algemeen: |
Anker, een vat van 36 liter; komt overeen met 48 flessen wijn; zes ankers is een okshoofd. |
Bin nummer = Vat nummer
Voor de term bin staan meerdere betekenissen zoals: kist, bak, mand of wijnrek. In het geval van een wijn aanduiding is de betekenis hiervan wijnvat. In de begin jaren van wijnbouw in de nieuwe Wereld kreeg elk wijnvat een nummer. de wijn uit een wijnvat kreeg het nummer van het betreffende wijnvat met als aanvulling de gebruikte druivesoort. deze Bin methode bestaat niet meer zoals vroeger bedoeld was, maar wel is deze traditie in ere gehouden door bepaalde wijnen te voorzien van een etiket met wijnhuis, Bin nummer en druivesoort.
(bron: www.dewijnhoek.nl)